Is je mountainbike toe aan nieuwe banden of ben je benieuwd naar wat een ander bandenprofiel met de rijervaring doet? Je kunt je aardig verliezen in de bandenkeuze, want de meeste grote merken hebben minstens vijf type banden in hun assortiment. In dit artikel ontdek je het verschil tussen de soorten banden en welke banden het meest geschikt zijn voor jouw situatie. We hebben voor de afbeeldingen de banden van Bontrager gebruikt, maar de grote merken hebben allemaal een soortgelijke line-up.
Waar moet ik op letten bij het kiezen van een mountainbike band?
Binnen het assortiment van een merk bestaan vaak al meerdere soorten banden van hetzelfde profieltype. Zo zijn de goedkopere banden van een bepaald profiel vaak stugger en hebben ze minder grip. De kwaliteit van het materiaal en de samenstelling van karkas en loopvlak spelen namelijk een belangrijke rol. Meestal wil je het karkas zo soepel als mogelijk. Want hoe soepeler, hoe makkelijker de band zich vormt naar de ondergrond wat zich vertaalt in meer grip. Maar tegelijkertijd mag die soepelheid ook geen concessie doen aan de lekbestendigheid. De samenstelling van de compound (toplaag) van het loopvlak kan zeker in natte omstandigheden het verschil maken.
Naast profiel, compound en karkas speelt de breedte van de band een (beperktere) rol bij de rijeigenschappen. Ook de bandenspanning is belangrijk maar dat valt buiten dit artikel. Gek genoeg kun je betere banden eigenlijk altijd aan een hogere prijs herkennen, omdat de afwerking en de kwaliteit van het materiaal nou eenmaal duurder zijn. Goedkoop is bij banden praktisch vaak inleveren op kwaliteit dus.
Allround band is de veiligste keus
Meestal vind je die allround band al op je mountainbike als je hem nieuw in de winkel koopt. De meeste mountainbikes die in Nederland verkocht worden hebben een redelijk stevig noppenprofiel, die ongeveer halverwege het assortiment van het bandenmerk vallen. Hoe extremer de omstandigheden waarin je de banden wilt gebruiken worden, hoe extremer ook het profiel op de banden. De hoogte van de nop bepaalt namelijk hoeveel de band de grond in wordt gedrukt. Met andere woorden, hoeveel grip je hebt. Rij je op harde ondergronden, dan heb je over het algemeen hele lage en kleine noppen. Zelfs bestaan er zogenaamde slicks die praktisch geen profiel hebben.
Als de noppen kleiner worden, wordt het aantal noppen op de band meestal meer. Vooral bij harde ondergronden wil je dat de band op zoveel mogelijk plekken contact houdt met de grond en door het aantal noppen te vergroten gebeurd dat ook. Zo drukken de relatief lage noppen op verschillende plaatsen een klein beetje in de grond en verdeel je het gewicht optimaal over de ondergrond. Het resultaat is grip!
Toch zijn lage en kleine noppen lang niet altijd wenselijk. Lage noppen verkleinen namelijk ook de afstand tot de binnenband of luchtkamer (als je tubeless rijdt). Op het moment dat je bijvoorbeeld over de scherpe punt van een steen rijdt, is de kans dat de punt door de compound en het karkas prikt groter met kleine noppen. Door de afstand van de grond tot het karkas te vergroten met hogere noppen, kun je dus extremere omstandigheden aan.
Zo zie je over het algemeen dat cross country mountainbikes in normale omstandigheden redelijk lage noppen hebben en bijvoorbeeld downhill of enduro bikes juist grote en hoge noppen hebben. Nadeel van hogere en grotere noppen in normale en droge omstandigheden is dat ze zich makkelijker vast vreten en dat ze wat minder makkelijk rollen en sturen. Je ziet al dat de allround die meestal standaard op een mountainbike wordt gemonteerd de meest veilige keuze is, als je geen uitgesproken bandenkeuze maakt.
Natte ondergronden maken de bandenkeuze extremer
Het speelveld van de bandenkeuze verandert wanneer de omstandigheden nat worden. Wil je goed grip houden, dan kies je vaak een steviger profiel op je banden. Doordat de bovenlaag van de ondergrond nat wordt, ontstaat eigenlijk in alle gevallen minder wrijving met de band. Daardoor neemt de grip aanzienlijk af. De kwaliteit van de compound van het loopvlak speelt in natte omstandigheden een hele belangrijke rol. Stug rubber maakt de band namelijk ontzettend glad. Een soepele band met een kwalitatieve compound is dus altijd een aanrader in de regen. Zelfs tussen verschillende bandenmerken is nog best veel verschil met hoe de compound zich in de regen gedraagt. Wat je voorkeur heeft is persoonlijk, want de soort compound bepaald ook de lekbestendigheid en de soepelheid in droge omstandigheden. De beste combinatie van soepelheid, lekbestendigheid en grip (al dan niet in de regen) is nog steeds de zoektocht naar de holy grail.
Nattere omstandigheden vraagt ook om een forser noppenprofiel. De bovenste natte laag modder op de ondergrond heb je namelijk totaal geen grip. Als de noppen niet diep genoeg door de modder komen, ontstaat als het ware aquaplaning op de natte bovenlaag – een laag tussen de band en de harde ondergrond. Met grotere noppen kan de modder makkelijker weg en raakt de band sneller de ondergrond waar je wel grip op hebt.
Welke invloed heeft de breedte van een mountainbike band?
Bredere banden zorgen over het algemeen voor meer grip. Enerzijds omdat het gewicht van jou en je fiets over meer oppervlak wordt verdeeld op de ondergrond, maar ook omdat je bredere banden op lagere druk kunt berijden. Daardoor beweegt de band soepeler over oneffenheden in de ondergrond, zonder dat de kans op een stootlek vergroot. Een nadeel van een bredere band is meer materiaal en rubber is relatief zwaar. Ook is het stuurgedrag minder soepel, want de druk in de band is lager. Toch zijn die nadelen relatief beperkt ten opzichte van de voordelen. Zeker in combinatie met een brede velg van bijvoorbeeld 30 mm intern, is een brede combinatie voor veel mountainbikers de beste keuze. Let alleen goed op of je voorvork en frame ook voldoende ruimte hebben voor de breedte die je kiest, want dat is meestal de beperkende factor.
Wat is de juiste mountainbikeband voor mij?
Nu je weet waar je op moet letten bij het kiezen van een mountainbike band, kun je bepalen wat de juiste band voor jou is. Ik kan uiteraard niet in je portemonnee kijken, maar ik zou je altijd een kwalitatieve band willen aanbevelen. Het loont om er voor te sparen. De meeste A-merken bieden een kwalitatieve band aan tussen de € 40,- en € 60,- per stuk. In dat segment kun je ervan uitgaan dat de band bestaat uit een betrouwbaar compound die in veel gevallen een zo soepel mogelijk karkas heeft en een goede lekbestendigheid. In onderstaand gedeelte vind je een aantal toepassingen gemotiveerd met de bandenkeus.
Allrounder
Band: gemiddeld noppenprofiel
Bandbreedte: 2.0 tot 2.4 inch
Karkas: redelijk soepel
Compound: redelijk soepel
De allround band maakt je bestand tegen zoveel mogelijk verschillende omstandigheden. Met de allround band hoef je niet na te denken over de juiste band in veranderende situaties, want je hebt een gemiddeld noppenprofiel dat zich in droge omstandigheden niet diep ingraaft in de ondergrond, maar dat ook nog voldoende nophoogte heeft in natte omstandigheden. De allround band is meestal niet de meest soepele of lekbestendige keuze, maar heeft een afgewogen balans daarin.
Race – droge omstandigheden
Band: fijn en laag noppenprofiel
Bandbreedte: 2.0 tot 2.4 inch
Karkas: soepel
Compound: soepel
In deze omstandigheid moet je band vooral zo min mogelijk rolweerstand hebben. De lage noppen maken veel contact met de grond en zowel de compound als het karkas zijn soepel. Die soepelheid zorgt in droge omstandigheden voor perfecte grip, maar houdt in de regen geen stand. Verder blinkt deze band niet uit in lekbestendigheid. Deze band vind je veel in cross country wedstrijden.
Race – natte omstandigheden
Band: gemiddeld tot grof noppenprofiel
Bandbreedte: 2.0 tot 2.4 inch
Karkas: soepel
Compound: soepel
Ook in deze omstandigheid moet je band vooral zo min mogelijk rolweerstand hebben, maar de hogere noppen zorgen voor meer contact met de grond dan de droge race-banden. Zowel de compound als het karkas zijn soepel. Die soepelheid zorgt in natte omstandigheden voor weinig rolweerstand, maar is wel gevoeliger voor lekrijden. Deze band vind je veel in cross country wedstrijden.
Trail
Band: stevig en hoger noppenprofiel
Bandbreedte: 2.2 tot 2.6 inch
Karkas: sterker
Compound: minder soepel
Op de trails kom je vaker onvoorziene omstandigheden tegen en speelt efficiëntie een minder grote rol. De noppen van deze band zijn groffer en perfect voor hardere of oneffen ondergronden. Ook zijn de wangen vaak steviger, zodat scherpe punten minder makkelijk doordringen in de zijkant van het karkas. Je levert met een trail band wel in op soepelheid en rolweerstand.
Enduro of downhill
Band: grof en hoog noppenprofiel
Bandbreedte: 2.4 tot 3.0 inch
Karkas: sterk
Compound: stug
In de meest extreme vormen van mountainbike grijp je vaak naar specialistische banden. Het karkas bestaat meestal uit nog meer lagen dan een gewone band, waardoor de kans op stootlek minder wordt. De noppen zijn (extreem) hoog en grof zodat ze diep kunnen doordringen in de (natte) ondergrond. Deze band is stug, stuurt niet soepel en heeft een relatief hoge bandendruk.