Een elementair onderdeel van de mountainbike is natuurlijk de rem. Niet zo gek dus dat de schijfremmen al vroeg hun intrede deden op de mountainbike. Om goed te kunnen (blijven) remmen is het belangrijk de remblokken op tijd te vervangen. Niet moeilijk, en met het YouTube filmpje onderaan kun je dat vast ook zelf. Naast de verschillende passingen heb je vaak ook nog de keuze uit verschillende materialen. Wanneer kies je nou welke remblok? Ontdek de verschillen.
Passing van de remblokken
Elke fabrikant heeft zijn eigen theorie over de beste vorm en het ideale formaat en zelfs binnen het assortiment van de fabrikant verschillen de passingen van de remblokken vaak nog. Bekende merken van remmen voor mountainbikes zijn:
- Shimano
- SRAM (of voorheen ook Avid)
- Magura
- Hope
- Formula
- Tektro
- TRP
Natuurlijk maken alle remfabrikanten ook zelf de remblokken die horen bij die specifieke remmen. De originele remblokken zijn altijd een veilige keuze, want dan weet je zeker dat je terugplaatst wat je had.
Mocht je wat willen experimenteren met verschillende type remblokken of in veel gevallen op zoek zijn naar een goedkoper alternatief, dan kun je eens kijken naar Jagwire. Zij produceren enerzijds voor heel veel remmerken de remblokken, maar hebben daarbinnen ook nog verschillende keuze in materiaal en backplate. Op de site van Jagwire kun je daarnaast eenvoudig de juiste passing voor jouw remblok vinden met het artikelnummer erbij.
Materiaal: organisch of gesinterd
Als je weet welke passing in jouw remmen moet, kun je de keuze maken voor het soort materiaal waarvan de remblokken zijn gemaakt. Je hebt dan veelal de keuze uit organisch, (semi-)metalen of gesinterd remblokken.
Organische remblokken zijn de meest toegankelijke optie. Die remmen namelijk het best in meeste omstandigheden en piepen het minst. Toch hebben ze ook nadelen. Ze slijten sneller en kunnen minder goed tegen warmte. Standaard monteren eigenlijk alle fabrikanten organische remblokken, maar als je veel door de regen of modder rijdt zul je merken dat deze blokken snel slijten. Zeker met grof zand in natte omstandigheden kun je binnen een uur door je blokken heen zijn. Ook verminderen ze snel in remkracht als ze warm worden, in bijvoorbeeld een lange afdaling. Vandaar dat er ook andere soorten materialen zijn.
In metalen remblokken zitten kleine metaaldeeltjes verwerkt. Afhankelijk van de hoeveelheid metaaldeeltjes wordt de remblok harder. Hoe harder het remblok, hoe meer kracht je bij remmen moet geven. Zeker in natte omstandigheden. Het voordeel metalen blokken de langere levensduur, vóóral in natte omstandigheden. Daarnaast blijven metalen blokken beter presteren als ze warm worden. Doordat je meer kracht moet geven bij het remmen zijn metalen blokken doorgaans wel minder goed te doseren. Je hebt wat meer een aan-uit-gevoel bij het aangrijpen, waar dat bij organische remblokken geleidelijker mogelijk is.
Bij Jagwire bijvoorbeeld, bieden ze verschillende opties en die vind je soms ook bij andere fabrikanten. Natuurlijk hebben ze de ‘standaard’ organische blokken (lichtblauw), maar ook een gesinterd model (zwart) met veelal metaal in de compound. Daarnaast bieden ze semi-metallic (rood), waarbij ze de hars en vezels van de organische compound mixen met metaaldeeltjes. Over die semi-metallic variant ben ik heel erg te spreken. Tijdens natte omstandigheden houden ze het aanzienlijk langer uit, met tegelijkertijd een evenaring van het gevoel dat organische remblokken bieden. Het piepen valt ook reuze mee. Alleen bij echt lange afdalingen (in het buitenland) schieten ze te kort. Als de schijven warm worden, merk je dat ook deze blokken inleveren op remkracht. Dan stap ik over op gesinterd (zwart).
Backplate en koelvinnen
Remmen op de mountainbike levert warmte op. Hoe langer en harder je remt, hoe meer warmte de wrijving van de blokken op de remschijf geven. Door de rem los te laten, koelt de rijwind de schijf en de blokken weer. Als je dus bijvoorbeeld een lange afdaling hebt, kan het zijn dat je remschijven te warm worden. Ze kunnen dan verkleuren of kromtrekken. Dat is een samenspel met de schijf, die ook in allerlei soorten en maten komt trouwens. Om de blokken beter te laten koelen hebben fabrikanten verschillende opties bedacht.
Bij Jagwire kun je ook kiezen voor remblokken met een aluminum achterplaat. De zogenoemde backplate is doorgaans van staal, maar bij de Jagwire Pro Semi Metallic is die van aluminium. Dat levert 50% gewichtswinst op, maar zorgt ook dat de remblokken sneller afkoelen. Hou er wel rekening mee dat ze ook sneller warm worden. Bij langere afdaling werkt een aluminium achterkant dus juist weer in het nadeel, maar in bijvoorbeeld een cross country wedstrijd waar je steeds kort remt heb je er voordeel van.
Naast een ander materiaal voor de achterplaat bieden sommige remmen ook mogelijkheid tot koelvinnen. Dit zijn vaak de 4-zuigerremmen voor extremere omstandigheden, zoals bij downhill of enduro. Die vind je bijvoorbeeld van Shimano Deore XT of XTR. Door het grotere oppervlak en het gedeelte buiten de remklauw wordt het remblok minder snel warm en kan dit deel de warmte makkelijker aan de buitenlucht afgeven. Je remklauw moet hier uiteraard wel geschikt voor zijn.
Conclusie
Metaal (gesinterd) remblokken hebben een grote remkracht en levensduur, zeker in extreme omstandigheden zoals downhill, enduro of lange afdalingen in de bergen. Ook kunnen ze beter tegen natte situaties. Je moet bij metalen remblokken alleen wel meer kracht geven, kunt minder genuanceerd remmen en de kans is groter dat de remmen piepen. Daarnaast zijn ze meestal iets duurder.
Organische remblokken hebben een vloeiender aangrijpmoment en hebben minder remkracht nodig. Ze slijten wel sneller door de zachtere compound, maar piepen daardoor ook minder. Het is dus verstandig om verschillende type remblokken in huis te hebben en de remblokken af te stemmen op de (verwachte) situatie. Let wel op: nieuwe remblokken moet je altijd even inremmen voor ze goed werken.
foto’s via Jagwire.