Mountainbike recept: Indiase Curry in Tajine van left overs

Flink mountainbiken en daarna goed eten. Het is een perfecte combinatie, vandaar dat we af en toe wat gezonde recepten delen voor de fanatieke mountainbiker. Dit keer laat ik me inspireren door verschillende keukens. De smaken komen uit de Indiase keuken, de bereiding is met een Tajine stoompan waarvan de oorsprong in Marokko ligt. Het is een makkelijk recept, maar reken voor bereiding minimaal 60 minuten. Deze milde (vegetarische) curry moet namelijk rustig stomen.

Ingrediënten:

  • Grote bloemkool
  • Ui
  • 3 paprika’s, of andere bijpassende verse groente
  • Arachideolie (of een andere kookolie)
  • Portie milde curry pasta
  • Blikken tomatenblokjes (400 gram)
  • Linzen in blik (400 gram)
  • Rijst
  • Bloemkoolrijst (optioneel)
  • Zoete cherry tomaten (400 gram)

De hoeveelheden zijn voor ongeveer 4 personen.

Optioneel:

  • 100 tot 200 gram gedroogde abrikoos (of ander fruit, optioneel)
  • Groente Bouillon (voor het koken van de rijst, optioneel)
  • Ongebrande amandelen (eventueel voor garnering)

Benodigdheden:

  • Hapjespan
  • Tajine(-deksel voor op de pan)
  • Snijplank
  • Keukenmes
  • Kookpan (voor de rijst)

Vooraf

Hoewel de tajine een Berberse oorsprong heeft, is deze stoompan veel breder inzetbaar. Door het kegelvormige deksel, valt het stoomvocht namelijk weer terug in de pan. Daardoor kun je de ingrediënten langdurig stomen zonder dat ze uitdrogen of aanbranden. De smaken van de groente blijven door de combi van bakken en stomen veel beter overeind en het resultaat van dit recept is een milde vegetarische curry.

Daarnaast is deze pan uitermate geschikt om verse restjes te gebruiken. Zolang je het kunt stomen, kun je het in principe in de pan bereiden. Dat breng je op smaak met een lekkere kruidenmix. Voor dit recept nam ik als basis de bloemkool, maar de ui en paprika had ik nog liggen. Die kan ik dus goed combineren, en dat geldt ook zeker voor vlees. Je zou dit recept bijvoorbeeld kunnen aanvullen met kipreepjes of gehaktballetjes.

Bakken

Begin met het snijden van de groente in volgorde van kooktijd. De bloemkool moet het langst garen, dus die snijd ik eerst in kleine roosjes. De hapjespan maak ik rustig warm met een ruime hoeveelheid (arachide-)olie. Als je ook vlees toevoegt, moet je beginnen met het bakken van het vlees.

Zet het vuur hoog en rooster de buitenkant van het vlees. Dat geldt ook voor de roosjes. Die wil je snel voorzien van een knapperige bruine buitenkant. Doe dit voor ongeveer vijf minuten. Het maakt niet uit dat de bloemkool (of het vlees) nog niet gaar is van binnen. Blijf goed roeren, want als het aanbrandt krijg je juist een vieze smaak. Een krokant lichtbruin korstje is perfect.

In de tussentijd kun je ook de andere verse groente snijden. Draai het vuur omlaag en bak vervolgens de andere verse groente mee. In dit geval gebruik ik nog ui en paprika. Die hoeven maar een minuutje gefruit te worden, want het stomen doet de rest.

Ook voeg je meteen de milde curry pasta toe. Zo’n 70-100 gram zou voldoende moeten zijn. Bak die kruiden lekker mee, zodat de smaken goed vrijkomen en de pasta lekker in de groente trekt.

Stomen

Vullen de vrijgekomen geuren van de kruiden de keuken, dan is het tijd om het vuur omlaag te draaien. Voeg naast de blikken tomatenblokjes en linzen ook wat water toe. De hoeveelheid water moet je op gevoel doen en is sterk afhankelijk van hoe vaak je de tajinedeksel open maakt. Begin met een half glas en roer alles goed door elkaar. Plaats vervolgens het gerecht onder de tajine en zorg dat het net aan blijft koken. De juiste stand is vaak even zoeken, maar het gerecht moet lekker rustig pruttelen. Ga uit van zo’n drie kwartier.

In de tussentijd snijd je ook het gedroogde fruit klein. Ik kies voor abrikoos, omdat ik die nog had liggen. Maar je kunt ook denken aan pruimen, dadels of rozijnen. Ik ben een zoetekauw en dit gedroogde fruit geeft het recept dan ook een hele zoete smaak, naast de rijke hartige smaak van de groente. Wil je liever minder zoet, dan voeg je minder of geen fruit toe.

Tijdens het stomen van de curry, moet je af en toe kijken hoe de vlag erbij hangt. Hoe meer je met de tajine werkt, hoe beter je het aanvoelt. De truc is om het gerecht niet waterig te laten worden. Ook moet het niet te droog worden, want dan bakt de onderkant aan. Blijf dus om de 5 tot 10 minuten het gerecht goed doorroeren, maar zorg dat het vocht in de tajine blijft. Is het gerecht te droog, dan kun je een beetje water toevoegen.

In de tussentijd maak je ook de rijst. Ik vul in dit geval de gewone rijst aan met bloemkoolrijst voor extra vitaminen en smaak. In bloemkoolrijst zit weinig koolhydraten en dat geldt voor de rest van de ingrediënten eigenlijk ook. Zoek je dus juist een koolhydraatrijk gerecht, laat dan de bloemkoolrijst achterwege en vervang die voor gewone rijst. Verder bevat dit gerecht best veel olie en daarmee vet. Hou daar rekening mee als je de volgende dag flink gaat biken, na een lange dag of flinke inspanning zijn de extra calorieën uit het (gezonde) vet juist wel goed.

Kook de rijst (eventueel aangevuld met de bloemkoolrijst) zoals op de verpakking staat aangegeven. Meestal neemt dit tussen de 10 – 15 minuten in beslag. Voor de smaak kook ik de rijst vaak in bouillon, maar dat zorgt wel voor extra zout in het gerecht, dus dat kun je ook achterwege laten. Prik daarnaast af en toe in de stronkjes van de bloemkoolroosjes om te kijken of het gerecht gaar is.

Kun je er makkelijk doorheen prikken, dan kun je de cherry tomaten toevoegen. Zet het vuur omlaag en verdeel ze de tomaten over het gerecht, maar roer het niet. Zo warmen ze wel even op, maar blijven de tomaten lekker knapperig en in takt. Houd tot je serveert de deksel zoveel mogelijk op de pan.

Garneren en serveren

Voor het oog is het leuk om de curry tegen de saus te serveren, maar het is juist lekker als je het uiteindelijk mengt. De verhouding is 50-50, dus net zoveel currysaus als rijst. Daarnaast kun je met bijvoorbeeld ongebrande amandelen nog een gezonde nootachtige smaak en bite toevoegen. Kortom, eet smakelijk!