In het spoor van Rens Teunissen van Manen uit KMC Ridley Racing Team – video

20 jaar oud en getogen in Oosterbeek. Rens is één van de belofterijders uit het KMC Ridley Racing Team. Een Nederlands profteam gevormd en gemanaged door Bart Brentjes. Op een koude vrijdagmorgen, de dag voordat Rens lange tijd naar de Spaanse zon vertrekt, mag ik een paar uur met hem mountainbiken in de buurt van zijn woonplaats.

Oosterbeek en omgeving

Als we elkaar op de kruising onderaan de Westerbouwing ontmoeten, blijkt al snel dat hij de omgeving rond zijn woonplaats nog lang niet zat is. Hij wijst richting de Van Borsellenweg omhoog en zegt: “Op deze klim heb ik honderden keren intervallen gedaan.” Toch gaan we daar niet omhoog, maar rijden richting de Westerbouwing. Langs de grote weg ligt een redelijk nieuwe flowtrail met een mooie jumpline, waar we meteen even wat foto’s maken. Rens: “Het is misschien ook omdat ik hier woon, maar voor het Nederlandse mountainbiken vind ik dit eigenlijk wel de mooiste plek. Ik kan eigenlijk alles wel doen hier. Vlak rijden, keertje wat klimmen of technisch afdalen. Als je wil verbeteren in mountainbike skills heb je hier wel alles te pakken.”

Toch is de mountainbiker ook graag in het buitenland te vinden: “Ik ben wel fan van de trails in Zuid-Afrika waar we afgelopen jaar met team team zijn geweest. Dat is gewoon de hele dag onderweg op de trails en je raakt het asfalt geen één keer aan”. Ruim een jaar geleden nam Bart Brentjes de jonge mountainbiker voor het eerst onder zijn hoede. Hoewel er wat pril contact en interesse wederzijds was geweest, kwam de selectie voor het team toch nog best als verrassing.

Rens wist na het behalen van zijn havo-diploma niet welke studie hij moest kiezen, dus bood zijn vader hem een baan aan in hun schildersbedrijf: “Hij gaf me een jaar de tijd om te kijken of ik zelf een contract als mountainbiker kon regelen.” Daarbij stond het KMC Ridley Racing Team hoog op het wensenlijstje van Rens. “Met Gerben (De Knegt, bondscoach) ben ik gaan kijken wat er precies mogelijk was, maar Bart appte twee dagen later al uit zichzelf voor we iets in gang hadden gezet.” Een droom die uitkwam. Niet alleen voor Rens: “Ik heb mijn vader een paar keer in tranen gezien, maar toen ik zei dat het rond was schoot hij wel even vol.”

Wereldwijd

En zo kan het dat de jonge Teunissen van Manen nu al ruim een jaar de wereld over reist en deelneemt aan mountainbikewedstrijden op het hoogste niveau: “Dat is veel reizen, maar is me eigenlijk heel goed bevallen. Ik zou niet anders meer willen. Toch had ik van tevoren niet verwacht dat het reizen zo zwaar zou zijn. Als je naar Brazilië gaat met 9 uur tijdsverschil en je bent meer dan 24 uur onderweg, dan moet je weer helemaal opnieuw je ritme vinden, op een plek waar je nog nooit bent geweest. Dat vond ik wel pittig af en toe.”

Toch heeft het team hem ook meer focus gegeven: “In Europa werd het eigenlijk alleen maar makkelijker met alle begeleiding eromheen en hoe het op de wedstrijden allemaal klaarstaat. Ik hoef alleen maar op tijd naar bed te gaan en hard te fietsen.” In zijn eerste profjaar boekt hij meteen resultaat in het Franse Les Gets: “Het mooiste weekend tot nu toe. Ik werd derde in de shorttrack en negende in de XCO tijdens een wereldbeker. Dat was ook de eerste wereldbeker waar mijn ouders en mijn broertje kwamen kijken.”

Binnen de ploeg wordt Rens onder de hoede genomen van de meer ervaren Martins Blums. De 29-jarige Let is al langer rijder in het Nederlandse team en inmiddels zijn de twee maatjes van elkaar: “Toen ik voor het eerst mee naar Amerika mocht, was hij degene die me er het meest bij betrok.” Onder andere met Blums’ hulp trekt hij terugblikkend op zijn eerste profjaar vooral de les: “Ook al ben ik nog beloften, dan toch wel om niet alle kleine details uit het oog te verliezen. Zoals bijvoorbeeld het nauwkeurig bestuderen van de tracks nog vlak voor de wedstrijd met camerabeelden.”

Onverhard

Rens schaamt zich er een beetje voor, maar hij werkt toch ook veel trainingen af op z’n racefiets: “Er zijn niet zoveel jongens die in de buurt wonen, die puur voor het mountainbiken gaan. Dat vind ik wel jammer. Het zou van mij wel wat meer mogen. Er zijn best veel jongens die het proberen, maar die ook zien dat het zwaar tegenvalt als je niet vol voor het mountainbiken gaat. Je moet heel Europa door en die (UCI-)punten halen. Maar ik snap ook dat als je bij de junioren al een kans op de weg krijgt, waarvoor ik nu drie jaar nodig had (red. op de mountainbike), dat je daarvoor gaat.” Toch vervolgt hij resoluut: “De liefde voor het mountainbiken is bij mij groter. En dat zal ook zo blijven.”

De lange duurtrainingen werkt Rens misschien graag af in de gezelligheid van een groepje op de weg: “Maar als ik intervallen moet doen, pak ik eigenlijk de mountainbike. Op deze fiets moet ik het ook doen als ik een wedstrijd rij. En ook in een trainingsweek pak ik deze mountainbike mee.” Hij wijst naar zijn groene-blauwe Ridley Raft, waarvan letterlijk alles is gesponsord. En dat is een lange en opvallende lijst van partners. Neem bijvoorbeeld de onderdelen van TRP, kettingen van KMC, vering van DT Swiss en powermeter van 4iii, je ziet aan alles dat de onderdelen met finesse zijn samengesteld.

Voor de helmen heeft het team een samenwerking met ABUS: “Ik zat nog even te denken welke ik op moest doen”, zegt Rens als we foto’s staan te maken. “We hebben ook de Gamechanger. Dat aero-model, maar deze (Airbreaker) is eigenlijk meer voor op de mountainbike.” Ik vraag nog even door naar de rest van de werkkleding in zijn garderobe, maar kosten nog moeite zijn gespaard bij het team: “Ja, het is eigenlijk te gek voor woorden, maar ik heb vier snelpakken voor de wedstrijden. Even denken… acht broeken, acht shirts…” En zo telt hij nog even verder, terwijl ik de tel redelijk snel kwijtraak.

Honger

Omdat veel mountainbiken en veel eten nou eenmaal onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, pols ik Rens ook over zijn favoriete recept: “Euhm…. even denken.” Als hij niet meteen antwoordt, onderbreek ik: “Maak je het zelf klaar eigenlijk?” Rens: “Haha nee, negen van de tien keer niet, maar ik vind het wel leuk om te koken hoor.” Na wat bedenktijd zegt hij: “Ja, ik ben eigenlijk toch gewoon het meest fan van een goede pasta een dag voor de wedstrijd. Met kip en pesto, zeg maar. En ook weer niet te moeilijk. Gewoon dat het lekker is, met veel koolhydraten en wat eiwitten erbij.” Tot besluit vraag ik hem nog voor de zekerheid: “Klaargemaakt uit een plastic bakje dan?”, waarop hij reageert: “Nee, nee! Wel van een bord!”

We rijden weer verder en vervolgen zo samen een rondje over de trails in de buurt. We volgen de officiële mountainbikeroute die ons onder andere langs de Italiaanse Weg bij Doorwerth leidt en we vragen ons hardop af hoe deze route officieel heet, maar weten het allebei eigenlijk niet. Toch zie je aan alles dat Teunissen van Manen honderden uren in deze bossen heeft doorgebracht, want hij kent letterlijk elke millimeter van de soms licht besneeuwde paden. De speelsheid en souplesse waarmee hij de bochten aansnijdt, maken nog de meeste indruk op me tijdens onze overwegend rustige rit. Daardoor moet ik af en toe toch een flinke trap extra doen, want zo atletisch en behendig als hij is, daar kan ik niet aan tippen.

In deze video zie je wat van de stukken die we samen hebben gereden op de route Renkum (zoals die officieel heet).

Meer over KMC Ridley Racing Team.